Al in de zeventiende eeuw vonden toeristen als de Engelse topambtenaar en dagboekschrijver Samuel Pepys de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden, die hij overigens zeer bewonderde, een raar egalitair landje waar de kinderen brutaal waren en de vrouwen ongezeglijk. Nu, dik 350 jaar en een anti-autoritaire revolutie later, is die ogenschijnlijke sociale verplatting zover voortgeschreden dat zelfs de woorden die machtsverschillen aanduiden taboe verklaard zijn. Sinds de jaren zestig hebben baas en chef plaats gemaakt voor manager en leidinggevende, medewerker verving knecht, bediende en ondergeschikte en de meerdere bestaat alleen nog in het leger – als hij zich daar niet ook al als coach of mentor onder het maaiveld heeft verstopt. Zelfs de banken en de overheid, toch niet onze beste vrienden, tutoyeren er gezellig op los.
Maar aan de niet aflatende stroom schandalen en schandaaltjes over grensoverschrijdend gedrag is te zien dat onderhuids ouderwetse machts- en gezagsverhoudingen onverdroten voortbestaan, net als die brutale kinderen in de tijd van Pepys zonder omhaal met het Spaanse riet of erger werden gecorrigeerd en de vrouwen ook hier weinig anders in te brengen hadden dan lege briefjes. Er zat destijds in onze streken alleen net iets meer rek in de sociaal-culturele ruimte dan elders gebruikelijk was. Er bestond een ietsiepietsie meer persoonlijke vrijheid, die zich zoetjesaan als bepalende karakteristiek in ons nationale zelfbeeld heeft verankerd: kijk ons eens lekker gewoon zijn, kijk ons eens ongedwongen met elkaar omgaan.
Vrijheid en tolerantie
Die iets grotere ruimte was echt en had consequenties. Ze is de reden dat veel buitenlanders ons als broodjes-kaasvolk bot en direct vinden. Maar in de afgelopen halve eeuw zijn we een stuk huichelachtiger geworden. Ons hedendaagse egalitaire taalgebruik (inclusief het beroven van vrouwen van hun seksespecifieke benamingen) is geen symptoom meer van grotere persoonlijke vrijheid en tolerantie, maar juist van ideologisch gemotiveerde dwingelandij door taalaanvegers die ten prooi zijn aan een noodlottig, grotendeels uit Amerika overgewaaid misverstand.
Dit artikel lees je gratis. Als het bevalt kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven
In die van diepgeworteld racisme doordesemde maatschappij had men in de jaren zestig de affirmative action ontdekt, positieve discriminatie. Achtergestelde etnische groepen en ook vrouwen kregen extra kansen op werk en inkomen, door beurzen en door lagere toelatings- en vakbekwaamheidseisen te stellen. Daarnaast zouden ze van hun maatschappelijk stigma worden afgeholpen door daarmee geassocieerde benamingen te vervangen door nieuwe, neutrale of meer complimenteuze termen. Zo verdrong black het beladen traditionele negro. Maar black bleek zoetjesaan met dezelfde negatieve associaties besmet en maakte plaats voor Afro-American, African American en uiteindelijk person of color. Tegelijkertijd gingen ook benamingen als Eskimo, Indian en in Europa Lappen en zigeuners als koloniaal of bevoogdend in de ban, of ze dat nu waren of niet.
Ontvoogding
De gedachte daarachter was dat in 1789 de sujets, onderdanen, van de Franse koning zich met succes hadden omgedoopt tot citoyens, geëmancipeerde burgers op voet van gelijkheid met hun vorst, de citoyen Capet. Wat iedereen vergat was dat dat niet het begin was geweest van de machtsverschuiving en de burgerlijke ontvoogding, maar het sluitstuk. De taal volgde, zoals altijd, de werkelijkheid, niet andersom. Maar dat inzicht is aan onze moderne taalaanvegers niet besteed.
Inmiddels is de positie van de gemiddelde person of color in de VS niet beter of slechter dan die van de eerdere African American, Afro-American en black, net zoals in ons land het officieel omdopen van gastarbeiders in eerst buitenlandse werknemers, daarna allochtonen en uiteindelijk mensen met een migratie-achtergrond geen enkele reële verandering teweeg heeft gebracht, laat staan een verbetering. Woorden kunnen wel degelijk de maatschappij helpen veranderen, de wereldgeschiedenis staat bol van voorbeelden daarvan. Maar het idee dat nieuwe etiketten plakken stigma’s opheft en stereotypen doet verdwijnen is verdwaald wensdenken.
Dit stuk verscheen eerder in Argus van 29 maart 2023.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.