Artikelen

Over tien jaar belt en appt niemand meer achter het stuur

Het is eigenlijk te bizar voor woorden dat minister Melanie Schultz van Haegen zich serieus moet bezighouden met een verbod op appen, sms-en en nog veel gekkere dingen met je smartphone doen terwijl je achter het stuur van je auto zit. Iedereen die tot tien kan tellen ziet zelf ook wel in dat zoiets vragen om ellende is, om schrik, schade, gewonden en doden. Wie een klont staal van al gauw meer dan duizend kilo met een bloedgang tussen drommen landgenoten moet doorsturen, moet opletten en geen andere dingen doen, dat snapt een kind. Maar toch gebeurt het op grote schaal, veel meer zelfs dan rijden onder invloed. Dat betekent dat de kans groot is dat ook u, die veel beter rijdt en over veel meer verantwoordelijkheidsgevoel beschikt dan al die gekken die hun rijbewijs blijkbaar bij Albert Heijn gehaald hebben, af en toe de levens van iedereen om u heen in gevaar brengt – alleen maar om even gauw iets op te zoeken, te checken of af te spreken.

Wat voor de auto geldt, geldt trouwens ook voor de fiets. Wie is er afgelopen tijd niet bijna geschept door zo’n blind zwalkende beldoos? Wie is nog nooit tot remmen of rennen gedwongen door een boosvogelfanaat die voor niets of niemand oog had dan voor zijn schermpje? En zelfs sommige voetgangers denken zonder van hun foon op te kijken pardoes drukke straten te kunnen oversteken: oortjes in, hersens uit.

Tunnelvisie

In een beschaafd land met verstandige mensen zou iedereen al die fratsen natuurlijk vanzelf achterwege laten, maar in een primitief apenland als Nederland lijkt dus een heuse wet nodig, een verbod waarvan je je moet afvragen hoever het moet gaan en hoe je het kunt handhaven.

Gek genoeg is momenteel alleen bellen achter het stuur verboden, tenzij het handsfree gebeurt. De gedachte daarachter is dat het intoetsen van een nummer wel gevaarlijk is, net als het gemanipuleer met een mobieltje aan je oor, maar het telefoongesprek zelf niet. En dat is, zo blijkt onder meer uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid uit 2012 en uit gloednieuw Brits onderzoek, van de Universiteit van Sussex, niet waar. Zelfs handsfree bellers hebben maar liefst vier keer zo veel kans om bij een ongeluk betrokken te raken als niet-bellende automobilisten.

De Britten zoeken de verklaring allereerst in de extra belasting die telefoongesprekken betekenen voor het visuele deel van onze hersenen. Wie mentaal naar een “blauwe klapper” zoekt omdat gevraagd wordt waar die is, gebruikt daarvoor een deel van zijn visuele capaciteit, en is daardoor blijkbaar niet alleen minder alert op wat hij voor zijn ogen ziet gebeuren, maar krijgt ook nog eens last van tunnelvisie. Dat zal best kloppen, maar gelukkig komen ze met een nog tweede, misschien wel betere verklaring. En dat is het verschil tussen telefoneren en een gewoon face to face gesprek.

Worst

Er zijn twee vormen van communicatie die, voor zover we weten, onder normale omstandigheden geen merkbaar risicoverhogend effect hebben. De onderzoekers noemen er één, praten met een passagier. De andere is luisteren naar de radio.

De reden dat de radio meestal weinig kwaad doet, zou kunnen zijn dat iemand zich daarvan niets hoeft aan te trekken. Radio is eenrichtingsverkeer, het zal de dj of presentator en zijn radiogasten worst wezen of u echt luistert. Radio is behang: zodra het verkeer uw aandacht opeist, hoort u hem niet meer. Dat is bij telefoneren heel anders. Een telefoongesprek vereist dat je continu oplet en om de paar seconden op gepaste wijze reageert, al is het maar met een instemmend “uhuh”, een neutraal “hmm” of een vragend “ooo?” Zo laat je elkaar weten dat je er nog bent, luistert en begrijpt wat er gezegd wordt. Wie dat zogenaamde gespreksonderhoud niet goed uitvoert, krijgt meteen op zijn duvel (“hé, hoor je me wel?”, “Jan? Ben je er nog?”) en soms zelfs bonje. Daardoor eist elk telefoongesprek een flink deel van uw aandacht op, ook als u zelf bijna niets terugzegt. En die inspanning gaat ten koste van uw aandacht voor het verkeer: boem, kindje dood.

Hinderlijke schoonmoeders

Maar dat interactieve geldt toch ook voor gesprekken met passagiers aan boord, of iemand achterop je fiets? Inderdaad, maar toch ligt dat compleet anders. Ten eerste gebeurt in een gewoon gesprek met iemand die naast of tegenover je zit, heel veel van het gespreksonderhoud door gebaren, knikjes en gezichtsuitdrukkingen. Blijkbaar is die natuurlijke situatie veel minder belastend, zelfs als je elkaar maar nauwelijks kunt zien, zoals in de auto. Ten tweede past een passagier, die zelfs als hij of zij geen rijbewijs heeft ook wel ziet hoe de verkeerssituatie globaal is, zich daar vanzelf enigszins aan aan, en dat scheelt enorm. Als de bestuurder ook maar iets verstrakt, bijvoorbeeld, houdt bijna elke passagier automatisch even zijn mond. Alleen overenthousiaste kinderen en hinderlijke schoonmoeders kleppen door – en worden erom gehaat of berispt: “effe je mond dicht nu!”

Natuurlijk kan ook de radio gevaar opleveren, bijvoorbeeld als een chaufferende voetbalfan helemaal opgaat in een loeispannend live-wedstrijdverslag. En natuurlijk kun je beter thuis ruzie maken dan achter het stuur. Maar telefoneren eist blijkbaar ongeveer evenveel aandacht als die twee extremen, en is daarom altijd gevaarlijk, handsfree of niet.

Alle mobiele communicatie verbieden achter het stuur en op de fiets lijkt dus niet alleen de beste, maar ook de enige zinvolle oplossing: bellen en zo doe je maar langs de weg, niet erop. Maar hoe handhaaf je dat?

GPS

Een in al zijn eenvoud beeldschone oplossing kwam op 15 december van Volkskrant-lezer Han de Bondt, die voorstelde fabrikanten te verplichten om een voorziening in te bouwen waardoor elke smartphone automatisch afschakelt zodra hij zich met een snelheid van meer dan vijf kilometer per uur verplaatst, gewoon met behulp van GPS. Zo hebben voetgangers, parkeerders en bankzitters geen last, en  komen andere verkeersdeelnemers zelfs niet in de verleiding. Prachtidee! Maar jammer genoeg straft hij daarmee ook al diegenen die rustig vanuit trein, tram of bus willen bellen of appen, daar zou nog wat op gevonden moeten worden.

Toch is een ouderwets verbod ook, ondersteund door propaganda, vast wel te handhaven. De meeste mensen zijn immers niet compleet onredelijk en vinden niet alles en iedereen die hun niet zint meteen knettergek. Dat blijkt wel uit het feit dat het dragen van een autogordel ondanks alle aanvankelijke bezwaren, protesten en pogingen om zich eraan te onttrekken uiteindelijk toch gemeengoed geworden is, mede dankzij ouderwetse handhaving. Nu was dat iets wat men moest leren doen, terwijl een belverbod neerkomt op iets leren laten. Maar dat is niet bezopen achter het stuur kruipen ook, en ook dat is uiteindelijk de normaalste zaak van de wereld geworden

Maar blijkt er toch geen kruid tegen gewassen, dan moet Schultz de smartphone maar tot harddrug verklaren, want zeg nou zelf: hoe hardleers u ook bent, u wilt toch ook niet om een lullige telefoon als junkie met strafblad te boek staan?