Het Nederlandse klimaatbeleid gaat over veilig verre, algemene doelen, maar concrete, simpel te nemen maatregelen met een onmiddellijk positief effect mijdt men als de pest. Van bruin tot groen lijkt niemand het klimaat echt iets te kunnen schelen. Vijf voorbeelden.
Wie goed naar het Nederlandse klimaatbeleid kijkt, valt al gauw op dat het niet uitblinkt in doordachtheid en concreetheid, noch in doortastendheid en effectiviteit. Er wordt voornamelijk geschermd met verre en algemene “klimaatdoelen” ingevolge “Parijs”, die zich lenen voor eindeloze politieke koehandel en gewijs naar “Brussel”. Concreet wordt er in Den Haag echter bitter weinig gedaan. De toestand van de echte wereld lijkt niemand, van FvD en SP tot GroenLinks en de PvdD, werkelijk te interesseren. Vandaar dat warmtepomplobbyist Diederik Samsom ons onweersproken een inktzwarte toekomst in het vooruitzicht mag stellen met achter elk tot de nok toe hermetisch dichtgetimmerd huis een grommende warmtepomp, terwijl die pomp nog verre van uitontwikkeld is en noch qua kwaliteit, noch qua prijs acceptabel.
Aardbevingspaniek
Tegelijkertijd verkettert half Den Haag plotseling het aardgasnet, in werkelijkheid verreweg de schoonste, modernste en efficiëntste grootschalige energievoorziening op basis van fossiele brandstof ter wereld, als het kind van de duivel. Dat lijkt minder ingegeven door zorg om het klimaat dan door aardbevingspaniek en de behoefte goede sier te maken bij de Groningers en allerlei “zie je wel” roepende klimaatactivisten. Dat is ernstig, want afbraak van de gasinfrastructuur is onomkeerbaar, terwijl zelfs de verkopers van zonnepanelen en windmolens niet werkelijk geloven dat hun producten het energietekort dat zo ontstaat ooit volledig zullen kunnen opvangen. En dat terwijl de energiebehoefte vooralsnog alleen maar blijft stijgen.
Het gevolg is onvermijdelijk import van elektriciteit uit het buitenland, en die kan evengoed uit Duitse bruinkool- en Chinese steenkoolcentrales komen, als uit Franse kerncentrales. Daar zie je met het blote oog niks van, maar per saldo betekent het geen vooruitgang, maar juist ecologische achteruitgang. Dan kun je maar beter op Russisch gas overschakelen, maar ook daaraan lijkt geen enkele politicus zijn handen te willen branden.
Die bangigheid om zich persoonlijk en daadwerkelijk te committeren blijkt eens te meer uit de hardnekkigheid waarmee iedereen in Den Haag stijf de ogen blijft sluiten voor letterlijk elke denkbare snel en redelijk eenvoudig te nemen klimaatsparende maatregel. Ik denk aan concrete grote en kleine ingrepen die weinig tot niets kosten en onmiddellijk een positief effect hebben op de uitstoot van broeikasgassen en vervuiling in het algemeen. Het zijn maatregelen die bovendien het gevoel van urgentie bij de burger vergroten, en de mensen duidelijk zouden maken dat politiek Nederland er ook werkelijk iets aan doet.
Zo kweek je draagvlak. Maar politiek Den Haag, inclusief het groene smaldeel, let blijkbaar liever op zijn zitvlak en mijdt zulke ingrepen als de pest. Ik geef hier vijf voorbeelden van al jaren ongestoord laaghangend fruit.
1.Een onmiddellijk totaalverbod op terrasverwarming
Vroeger zag je terrasverwarming wel eens in een stad als Parijs, voor als het vroeg in het seizoen nog net even te kil was. Maar niet bij ons. Dat veranderde toen in Nederland, vanouds geen land van buitenhoreca, in 2008 de terrassen ineens als paddenstoelen uit de grond schoten dankzij het rookverbod in de horeca. De roker verplaatste zich massaal van de bedompte atmosfeer aan de tap naar de frisse buitenlucht. Maar roken en fris gaan niet samen, dus kwam er terrasverwarming, een mooi woord voor het warmstoken van de open lucht. Terrasverwarming is wel de meest perverse vorm van energieverspilling die er bestaat, en dan ook nog uitsluitend in zwang gekomen om de zo ongeveer schadelijkste aller verslavingen te faciliteren. Verbieden, die waanzin. De kachel brandt binnen, en verder nergens.
Dit artikel lees je gratis. Als het bevalt kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven
2.Een onmiddellijk verbod op open winkelpuien en warmtegordijnen
Het moet een jaar of veertig, vijftig geleden zijn, juist in de tijd dat er voor het eerst gesproken werd over “milieuhygiëne” en “energiebesparing”, dat ze plots in het straatbeeld verschenen: winkels zonder voorkant. De pui werd vervangen door een gapend gat, waarin een hete verticale luchtstroom de binnentemperatuur op peil moest houden. Het idee is dat winkels met zo’n warmtegordijn meer uitnodigen tot binnenstappen. Dat is allemaal tot je dienst, maar gekkenwerk is het wel. In dezelfde decennia waarin iedereen op nationale kierenjacht moest, en zelfs nu, nu we onze huizen tot op het bot moeten isoleren, smijten vooral winkelketens de energie met bakken door de niet meer bestaande voorpui de straat op. Of het ze trouwens iets oplevert is de vraag, Blokker en Intertoys waren er gek op, maar zijn op sterven na dood. De Bijenkorf, die er nooit aan meedeed, bloeit nog altijd. Met een simpel verbod ben je ervan af, en dat is pure, zichtbare winst.
3.Een onmiddellijk verbod op mobiele airco’s en een draconische belasting op auto-airco’s
Zelfs als de gemiddelde temperatuur een graad of twee stijgt, blijft het aantal echt hete dagen in een land als Nederland zo gering dat airconditioning in de meeste gevallen volslagen onzin is. Maar het toppunt van verspilling zijn wel de mobiele airco’s die we in de zomer in winkels en kleine kantoren zien opduiken: een loeiende kast met daaraan een dikke flexibele afvoerpijp die door de wijd open winkeldeur of een open raam naar buiten gehangen wordt. Dit in een kringetje rondpompen van warme lucht is zo dolzinnig, dat ook hier verbieden van verkoop en gebruik het enige is dat erop zit. Wie zoiets gebruikt is eenvoudig te dom om voor rede vatbaar te zijn.
Iets dergelijks geldt ook voor airco’s in auto’s. Niemand zal ontkennen dat auto’s in Nederland behoefte hebben aan een goede verwarming. Maar airco is brandstof slurpende onzin. In ons klimaat kan de rijwind van open ramen het koelen van de auto heel goed verzorgen. Een bijkomend nadeel van airco is dat het ertoe dwingt de ramen gesloten te houden, waardoor het besef van snelheid afneemt en de neiging om het gaspedaal diep in te trappen juist groeit. De herrie van een open raam heeft juist het omgekeerde effect. Wegbelasten dus, die auto-airco’s.
4.Statiegeld op alle flessen en blikjes
Statiegeldsystemen werken prima, dat is inmiddels in heel wat van de ons omringende landen, en zelfs in Amerika, ampel komen vast te staan. De winst ervan zit hem niet alleen in het voorkomen van de verspreiding van plastic en aluminium zwerfafval, maar ook in het efficiënter benutten van metalen (vooral het onafbreekbare aluminium), kunststoffen en glas. Dat betekent minder productie en dus minder daarmee gepaard gaande belasting van het milieu. Invoering van een breed statiegeldsysteem is niet moeilijk, een flink deel van de benodigde infrastructuur staat al in de winkels en de mensen zijn er al aan gewend. Andere nadelen dan lange gezichten bij het grootwinkelbedrijf zijn er niet.
5.Klimaatheffing op vliegtickets
Een enorme klapper zou het heffen van btw en accijns op vliegtuigbrandstof zijn, precies zoals we dat bij gewone voertuigbrandstoffen al sinds jaar en dag doen. Als dat wereldwijd zou gebeuren, werd een ticket naar Barcelona een tientje of drie, vier duurder, en een retourtje Schiphol – New York een kleine 300 euro. In totaal zou het voor Nederland om een slordige 3,5 miljard euro per jaar gaan. Dat is niet alleen een kolossaal bedrag, het zou ook een concreet remmend effect hebben op met name het lustvliegen – precies wat je wilt. Als dat effect ongeveer 15 procent bedraagt, dan zakt de jaarlijkse btw- en accijnsopbrengst naar drie miljard euro, terwijl de totale CO2 uitstoot van Nederland met een volle procent daalt, zonder dat we er iets voor hoeven doen. Tel uit je winst!
Er zijn nog veel meer voordelen, op allerlei vlakken. Want niet alleen de uitstoot van broeikasgassen door vliegtuigen daalt, maar ook vermindert de geluidsoverlast rond de vliegvelden en neemt de luchtvervuiling er af. Verder wordt de verkeersdrukte en dus de CO2 productie op de aan- en afvoerroutes navenant kleiner.
Economisch zorgt belastingheffing voor gezondere markt- en concurrentieverhoudingen tussen vliegtuig, trein, bus en particulier vervoer. Juridisch komt er een eind aan de onverdedigbare ongelijke behandeling van luchtreizigers tegenover alle anderen. Zelfs sociaal-cultureel is de balans positief: de toeristische druk op grote steden zal afnemen, vooral doordat minder minimum-budgettoeristen al zuipend, slikkend en kotsend de straten van de grote steden onveilig komen maken. Niemand zal ze missen.
Jammer genoeg is het heffen van btw en accijns op vliegtuigbrandstof vanwege het uit december 1944 daterende Verdrag van Chicago niet mogelijk. Dat verdrag was bedoeld om, toen het einde van de Tweede Wereldoorlog in zicht begon te komen, te zorgen dat zich uit de toenmalige militaire luchtvaart een bloeiende burgerluchtvaart zou kunnen ontwikkelen. Dat is zo goed gelukt dat Paul Dukas’ tovenaarsleerling het niet had kunnen verbeteren: de zaak is gierend uit de klauwen gelopen.
Zo’n wereldwijd verdrag openbreken is een hopeloze onderneming. Maar daarmee is de kous niet af. Niets verbiedt ons om een ticketbelasting in te voeren die financieel op hetzelfde neerkomt, zolang die maar niet als vorm van btw of accijnsheffing kan worden bestempeld. De ruimte daartoe is nooit zo groot geweest als juist nu: er is een keiharde ecologische noodzaak, geschraagd door al even internationale klimaatverplichtingen. De opbrengsten van zo’n ticketbelasting zouden wel geoormerkt moeten zijn voor uitsluitende besteding aan onderzoek en ontwikkeling ten behoeve van de verduurzaming van de energievoorziening, de infrastructuur en de woonomgeving, de invoering van nieuwe technieken die daaraan bijdragen en het opruimen van bestaande vervuilers.
Daarbij dienen btw en accijns slechts als voorbeeld en oriëntatiepunt. Ze vormen een prima te verdedigen, rationele maatstaf voor het bepalen van de hoogte van zo’n ecologische ticketheffing. De consument wordt zo immers per saldo niet zwaarder belast dan bij alle andere vormen van vervoer al sinds jaar en dag zonder bezwaren het geval is. Verder wordt niemand in zijn vrijheden belemmerd. Het staat nog steeds iedereen vrij om in Thailand te gaan trouwen, op schoolreisje te gaan naar Timboektoe of een dagje te gaan shoppen in Milaan, alleen betaal je daarvoor voortaan een iets reëlere prijs.
Maar daarover horen we geen Klaver, geen Thieme en geen Segers, geen Buma en geen Dijkhoff of Baudet. En dat is eigenlijk best gek.
Zie verder Al is de lobby nog zo fel, statiegeld werkt wél en over de luchtvaartsector weblog Bernard Gerard.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.